Maximaal ontzorgen en anderen succes gunnen

Gisteren verscheen er in het Financieele Dagblad (FD) een artikel over de veranderingen binnen de secretaressebranche. Met veel herkenning heb ik gelezen over de toekomstige inhoudelijke verdieping die de rol van managementondersteuner veel interessanter maakt dan vroeger. Niet erg vernieuwend, wel fijn dat er nu meerdere partijen serieus mee aan de slag gaan. Waar ik wel van onder de indruk ben, is de quote van Schoevers directrice Joyce Steenveld, het “dreigende” massaontslag op mbo-niveau en de verouderde cijfers uit een onderzoek van Ecabo waardoor er een beetje een vertekend beeld ontstaat.

Op de website van Ecabo zijn het aantal arbeidsplaatsen in verschillende onderzoeken gepubliceerd en zijn de cijfers van 2012 de meest recente die op de website staan. Vorige week zijn de cijfers van 2013 bekend geworden zo bleek na verificatie bij Ecabo.

Arbeidsplaatsen201120122013
Totaal330.000303.000259.800
Mbo-niveau296.000275.000238.500
Hbo-niveau34.00028.00021.300

Vreemd dat in het artikel van het FD gesproken wordt over 330.000 arbeidsplaatsen. In 2011 waren er inderdaad nog 330.000 arbeidsplaatsen maar in 2013 nog slechts 259.800.

Het massaontslag, lees de 41 % van de 330.000 arbeidsplaatsen (uit 2011!) die onder druk (zijn) komen te staan, is al lang aan de gang. Vervolgens wordt er in het artikel nog sussend toegevoegd dat bij het verdwijnen van banen er ook weer andere functies ontstaan.

Na 100 jaar Schoevers hebben we het over een co-manager

De secretaresse wordt co-manager en kan de manager als het ware vervangen. De journalist van het artikel, Jeroen Piersma, stelt heel terecht de vraag waar de grens dan ligt tussen manager en assistant. Joyce Steenveld over de assistant:
De secretaresse vroeger versus nu

Zij organiseert, coördineert en communiceert maar heeft het talent en de mentaliteit om anderen het succes te gunnen. Zij is goed in maximaal ontzorgen.

Deze moest ik even verwerken. Ik begrijp hieruit zoiets als:

De manager hoeft niet te kunnen organiseren, coördineren of communiceren, want dat doet de assistent. En de assistent heeft geen behoefte aan erkenning.

Huh?

Is dat zo? Heeft de managementondersteuner geen behoefte aan erkenning? Verder roept het artikel bij mij nog meer vragen op; Welke nieuwe functies ontstaan er dan? Hoe kunnen secretaresses het hoofd boven water houden? Hoe kunnen deze professionals eerder en beter worden geïnformeerd? Hoe moet de secretaresse zich ontwikkelen en voorbereiden?

Ik kan me voorstellen dat je als management ondersteuner schrikt van deze cijfers en wilt weten hoe je je ertegen kunt wapenen en ontwikkelen richting een andere rol. Dat antwoord volgt heel binnenkort met veel facts and figures, relevante opleidingen en cases uit de praktijk.

Wordt vervolgd!

En laat in de tussentijd vooral weten hoe jij het artikel in het FD hebt geïnterpreteerd.

6 REACTIES

  1. De strekking van het artikel klopt wel. De reactie van Fons Scheltema is erg vaag. Het klopt wel wat hij zegt, alleen wordt er geen tijdspad (of verwachting) bij gezet. Dan klopt je uitspraak natuurlijk altijd, op de lange termijn.

    Ook een secretaresse wil erkenning voor haar werk, net als iedereen. Ik geloof daarom niet in co-manager. Dat is voor mij niets meer dan een verkooppraatje van de opleidingen die Schoevers biedt. Want een manager – zelfs een co-manager – staat in de picture en krijgt erkenning. Waarmee je dus een directe concurrent van de manager wordt. Een behoorlijke contradictie, lijkt me.

    Ja, ik geloof in jezelf bijscholen. Ja, ik geloof in het maximale uit jezelf halen. Ja, ik geloof in het zoeken naar je talenten en jezelf daarin (nog meer) specialiseren. En daarbij hoef je niet binnen de secretaressewereld te blijven of keihard werken terwijl een ander met jouw (veel inhoudelijker) werk gaat pronken. Misschien stap je – net als ik – uit de secretaressewereld. Er is veel mogelijk als je maar wilt en als je maar wilt werken voor de droom.

  2. Krijg wederom een ‘mosterd na de maaltijd’ gevoel bij dit Instituut Schoevers…deze verandering is al jaren in werking en de pro-actieve secretaresse is hier zich wel degelijk van bewust…wel benieuwd met welke snelheid de opleidingsinstituten en HR zich hier in mee ontwikkeld…

  3. Het woord “dienstbaar” zoemt alsmaar door m’n hoofd. ” Geven en nemen” ook. Ouderwets? Belangrijker is voldoening te halen uit wat je doet voor jezelf en voor anderen. De kracht zit ‘m daarbij vooral in het blijven geloven in jezelf, in je eigen kracht, talent en interesses.

  4. Ik ben blij dat je een weergave geeft van Ecabo, anders had ik niet geweten hoe het nu werkelijk is qua arbeidsplaatsen en had ik de cijfers in het artikel van het FD voor lief genomen. Ik ben deels eens met wat in het artikel staat maar om als vergeten groep te worden weergeven, vind ik ook weer zoiets. Omdat ik als interimmer bij verschillende organisaties aan het werk ben (geweest) wordt de secretaresse of ondersteuner, hoe je het ook wilt noemen, wel degelijk als gelijke behandeld en niet zozeer als een vergeten groep gezien. En inderdaad, erkenning willen wij allemaal. Zolang je je werk met verve doet en net dat ietsje meer geeft, dan val je echt op en krijg je ook die erkenning. Dat is de ervaring die ik heb.

  5. Niets nieuws gelezen in het artikel. Altijd meebewegen is een belangrijk onderdeel van ons vak. Of dit nou zit in opleidingen, wijzigingen in de organisatie of de technologie. Wij bewegen altijd mee. Daar zit onze kracht! Laten we dit vooral blijven gebruiken om ons vak goed uit te oefenen. Een prachtig vak waarin wij ons als een kameleon aanpassen aan allerlei situaties en dienstbaar zijn.
    En laten we inderdaad vooral niet vergeten de kansen die we krijgen met beide handen aan te grijpen om onze dromen te verwezenlijken. Wij staat zelf aan het roer!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here