Dit broekie wil meer

Ruim tien jaar geleden begon voor mij het kantoorleven. Motivatie om me te ontwikkelen en de bijbehorende ambitie is bij mij al sinds jonge leeftijd heel duidelijk aanwezig. Op mijn 18e ben ik zonder enige vooropleiding in het archief gestart en heb ik me daarna omhooggewerkt van juridisch secretaresse tot directiesecretaresse tot nu projectsecretaresse.

Toch loop ik, net als vele anderen in een vergelijkende positie, tegen veel weerstand aan in mijn poging om mezelf verder te ontwikkelen. Ontwikkelen in mijn privé is geen probleem natuurlijk. Mijn lijn wil wel eens tegensputteren als ik leer hoe ik zelf ijs, taart of cupcakes moet maken, maar zolang een kromme lijn nog steeds een lijn is, luister ik daar gewoon niet naar! Op kantoor voelt het echter wel eens alsof ambitie een ziekte of aandoening is die onderdrukt kan worden. En als je daar maar hard genoeg in gelooft en degene met deze aandoening maar vaak genoeg op het hart drukt dat de neiging die diegene voelt niet normaal is, dan verdwijnt het vanzelf, toch?

Groeimogelijkheden na een burn-out

Inmiddels zit ik drie-en-een-half jaar op mijn huidige functie. Bij binnenkomst zijn de groeimogelijkheden besproken, maar na mijn burn-out anderhalf jaar geleden waren die ver van de voorgrond verdwenen. Dat ik zes maanden na terugkomst op mijn plek weer wilde praten over mijn groeitraject, werd met heel verbaasde blikken ontvangen. Waarom ik me daarover druk wilde maken? Waarom ik niet eerst een tijdje gewoon ging werken met het takenpakket dat ik had? Waarom ik niet eens zou stoppen met rennen en eens rustig zou wandelen? Ik had immers alle tijd, want ik ben nog zo jong…

Die laatste opmerking heb ik in mijn carrière al heel vaak gehoord in allerlei verschillende vormen. Het kan toeval zijn, maar in vrijwel alle functies werkte ik samen met een door de wol geverfde secretaresse (een stuk ouder dan ik) die niet echt open stond voor mijn wil om te groeien. Er werd zelfs een keer honend gezegd: “Och kijk, het broekie wil meer”.

Dit broekie wil meerNu nog flexibel en kneedbaar

Nou inderdaad! In mijn ogen is mijn jeugdigheid eerder een deugd dan een ondeugd. Ik ben nu nog flexibel, in staat snel te leren en te anticiperen op veranderingen, zie nieuwe dingen niet als bedreiging, maar als uitdaging en heb er vooral nu de energie nog voor.

Uiteindelijk heb ik na een jaar wikken-en-wegen besloten een volledig andere weg in te slaan. In mijn huidige functie kan ik op korte termijn geen kant meer op. Omdat het ‘vertrouwen’ verdwenen is door mijn burn-out en er van mij verwacht werd dat ik eerst een periode stabiel zou functioneren, heeft een andere collega de functie gekregen waar ik naartoe probeerde te werken. Tenzij er een andere secretaresse weggaat, zit ik vast op de plek waar ik zit. Maar ik wil niet meer wachten.

Heft in eigen hand nemen

Ik heb besloten mijn droomstudie op te pakken: psychologie. Al sinds mijn tienerjaren heeft het onderwerp psychologie me ontzettend geïnteresseerd, maar door omstandigheden (en bergen excuses) heb ik het nooit kunnen (lees: durven) oppakken. Tot nu!

Mijn einddoel is nog niet helemaal duidelijk en de reis zal zeker zwaar zijn, maar dat maakt me niet uit. Ik heb er vooral heel veel zin in. Op mijn weg naar een nieuwe wereld, houd ik jullie graag op de hoogte van al wat er in mijn professionele leven reilt en zeilt. Tot snel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here