Debatteren – Een wijze les

Op de vraag wat jullie wilden terugzien in het programma van de Ontsecretaressedag riepen jullie in koor “een debat” met vervolgens een aantal zeer uiteenlopende suggesties.

Wanneer noem je iets eigenlijk een debat? Een debat is een discussievorm, niets meer en niets minder. Simpel gezegd: men poneert een stelling en voor- en tegenstanders mogen deze verdedigen of bestrijden. Het doel is altijd om niet de opponent, maar de toehoorder te overtuigen.

Verschillende soorten debat

In de Nederlandse politiek wordt vooral gebruik gemaakt van het duale debat. De inzet hierbij is een stelling, beleidsvoorstel of oordeel over het gevoerde beleid. Degene die de stelling poneert definieert deze ook. Hij of zij legt goed uit, wat er bedoeld of voorgesteld wordt. Daarna wordt de stelling door middel van het opvoeren van argumenten verdedigd en mogen de andere partijen deze aan de kaak stellen met vragen en tegenargumenten. De verschillende visies worden hierdoor goed helder voor de toehoorders, die uiteindelijk bepalen welke partij er gelijk heeft. Deze manier van een onderwerp bespreken is ook zeer geschikt voor vergaderingen buiten de politiek.

Brits debatteren

Bekend en vrij populair (ook onder jullie, zo bleek) is het Lagerhuisdebat, gebaseerd op de eeuwenoude wijze van debatteren in het Britse House of Commons. Deze vorm werkt als volgt: de zaal is verdeeld in twee groepen zitplaatsen. Er wordt een stelling geponeerd en de speaker nodigt vervolgens de mensen uit om een kant (voor of tegen) te kiezen. Daarna laat hij uit beide groepen telkens iemand aan het woord en geeft hen de kans om anderen te overtuigen van de juistheid van zijn keuze. Ben je overtuigd en verander je van mening, dan mag je overlopen naar de andere zijde. Wanneer de tijd om is, is het gelijk aan de kant van de grootste groep.
Het Lagerhuisdebat wordt vaak gebruikt op bijeenkomsten met grote groepen, op congressen of medewerkersbijeenkomsten. Maar ook op tv wordt er veel gebruik van gemaakt. Omdat het ‘overlopen’ nogal rommelig kan zijn wordt er soms voor gekozen dit te beperken tot bepaalde momenten, of worden er zelfs geen stoelgroepen gemaakt maar kan men zijn mening geven door een bordje of gekleurd item omhoog te houden.

Geen elitair spelletje

De laatste jaren wint ook het debatteren als sport steeds meer terrein. Op scholen, hogescholen, universiteiten en in debatverenigingen. Het debatteren wordt allang niet meer gezien als elitair spelletje, maar is erkend als een essentieel opleidingsinstrument voor het snel vergroten van de mondelinge uitdrukkingsvaardigheid.
Bij wedstrijddebatteren wordt gebruik gemaakt van vormen van het zgn. triasdebat. Per stelling is er een team van voorstanders (2 personen), een team van tegenstanders (2 personen) en een jurerende partij. Het wedstrijddebat kent strikte spelregels; de deelnemers weten vooraf niet of zij voor- of tegenstander van de stelling zijn, dit bepalen de organisatoren. Ook is er maar een beperkte voorbereidingstijd, een case moet vaak in slechts 15 minuten worden opgebouwd, zonder gebruik te maken van een vraagbaak als internet. En er wordt gejureerd op basis van speltechnische criteria. Je wint dus niet alleen op overtuigingskracht, maar ook op de opbouw van je argumentatie of het op juiste wijze inspelen op hetgeen de ander als argument opvoert.

Formuleren, beargumenteren en vooral luisteren

Inmiddels heb ik twee keer meegedaan aan het Seats2meet Debattoernooi. Dat was voor mij een behoorlijke eyeopener. Niet gehinderd door enige voorkennis was ik vooral nieuwsgierig naar de voorafgaande training. Drie punten bleven me bij:

  1. Een goede case opzetten is een kwestie van vooraf nadenken over de voor- en tegenargumenten van een stelling. En zorgen dat je een verhaal hebt wat beide punten raakt. Ben je voorstander? Dan moet je goed weten wat je tegenpartij gaat zeggen en hun argumenten kunnen weerleggen. Ben je tegenstander? Dan zul je heel goed moeten nadenken over wat voor zwakke plekken je in het betoog van de voorstander zou kunnen vinden. Of waarmee je hen van hun stuk kunt brengen.
  2. Het formuleren van een betoog of argument is ook zorgvuldig werk. Je verhaal moet sluitend en helder zijn en niet teveel ruimte voor discussie laten. Bovendien geldt hier ook de bekende regel: een groot stuk van je overtuigingskracht zit ook in houding en stemgebruik!
  3. Tijdens het debat is het vanuit beide posities luisteren, luisteren en nog beter luisteren. Laat je niet meeslepen in je eigen gevoel of emotie over de stelling, maar let goed op wat de ander zegt. Want alleen daarmee kun je verder bouwen op de argumentatie van de ander en de toehoorders het gevoel geven dat jij als enige alles overziet en dus wel gelijk zult hebben…

Ik had nooit gedacht dat ik wedstrijddebatteren leuk zou vinden. Omdat ik over het algemeen niet zo van regeltjes hou. Maar ik moet eerlijk zijn: ik heb er veel van geleerd. En de belangrijkste les is dat ik dan misschien best wel lekker kan kletsen… maar mensen meekrijgen in je betoog of toehoorders overtuigen van je gelijk doe je vooral door goed naar de ander te luisteren.

Tijdens de Ontsecrecretaressedag (#ont13) wordt er gedebatteerd in een vorm die is gebaseerd op een Lagerhuisdebat. Heb jij je nog niet aangemeld voor de #ont13 doe dit dan via het inschrijfformulier.

 

Renée van Dijk heeft veel ervaring in adviserende, assisterende en coördinerende rollen waarbij ze samenwerkte met topmanagers en professionals. Haar kracht ligt in het meedenken over verbeteringen. Ze gelooft dat ieder mens de ruimte verdient om te doen waar hij of zij goed in is. In tijden van veranderingen en in samenwerking met anderen is het niet altijd even gemakkelijk om echt goed tot je recht te komen. Renée adviseert je over veranderingen, denkt mee over je persoonlijke effectiviteit en helpt je door tijdelijk processen te coördineren. Als je haar de ruimte geeft om te doen waar zij goed in is helpt ze jou graag verder!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here